Lentereis 2017, Belgie, Frankrijk en Duitsland 

5 april. Omdat het wel weer eens tijd was, maar vooral omdat we de camper een aantal keren gaan verhuren, besloten we een reisje te maken. Niet te lang, maar lang en ver genoeg om zelf nog eens goed te kijken naar hoe alles werkt, wat huurders moeten weten en er uiteraard zelf ook van te leren. We hebben een soort van handleiding gemaakt die na deze reis aangepast en verbeterd wordt. De reis begint met 'gedoe'. De waterpomp voor het huishoudwater bleek een beetje te lekken. We waren net voorbij Boxmeer. Diverse zaken gebeld maar niemand had trek en of tijd er iets aan te doen. In Cuijk zit, Wheeler Dealer, onze Volvogarage en die wilde wel wat doen. Die heeft even gekeken, de lekplek met kit gedicht en dus op weg naar de barage de la Gileppe, België, onze eerste bestemming. 

's Avonds werd daar hoorn geblazen door drie mannen. Ze hadden wat tijd nodig om op toon te komen, maar daarna klonk het heel aangenaam.

De volgende morgen, 6 april,  blijkt de pomp nog steeds te lekken.                                                                           Onze campergarage http://www.hanzestadcampers.nl/ in Vierakker gebeld, die zegt nooit 'kan niet' en dus terug naar Zutphen. De pomp moet eruit, wordt gerepareerd, er weer in en ongeveer 2 uur later rijden we terug naar barage de la Gileppe. We staan de 2e nacht op een van de 4 echte camperplekken, gratis staan en gratis stroom. 

7 april  gaan we doen wat voor een dag eerder op de agenda stond. Een wandeling over de stuwdam en dan via een oversteek over de rivier door een bos terug naar de camperplek.

Bij de camperplek, een parking, is een boomklimcircuit. Een groep mensen deed daar z'n best alle hindernissen te nemen. Mogelijk vluchtelingen gezien hun uiterlijk en de taal die ze spraken. Ze hadden er behoorlijk veel lol in. 

Wij dalen af over een pad naar de stuwdam. De stuwdam is is 1878 gebouwd en in 1974 uitgebreid en gemoderniseerd.

Op de dam staat een monsterlijk lelijke leeuw van 13 meter hoog. Boven de bergen vliegen grote rovers.

De dam is gebouwd met ter plekke uit de rotsen gehakte stenen. Deze foto laat zien welk soort gesteenten daar in een heel ver verleden gevormd zijn. De opgestuwde steen is gekruld als een golf die op het strand botst.

Een eekhoorntje zit een meter of dertig (daarom is de scherpte niet helemaal wat ik zou willen) verderop rustig te eten, we kijken er naar tot 'ie er vandoor gaat.

Bij de dam staat een uitkijktoren, we gaan na de wandeling, die een venijnige klim aan het einde had, even naar boven voor een kopje koffie, bij helder weer moet het uitzicht nog veel mooier zijn. Maar geen wifi.

Na de wandeling vertrekken we naar een volgende plek,het wordt de de barage Nisramont nadat St, Vith absoluut niks te bieden bleek te hebben. Daar doen we alleen de boodschappen.

Bij deze barage, in de Ourthe, stort er volgens het informatiebord, 24.000 kuub water naar beneden. Per uur., 6666 ltr per seconde.

Daar is het tijd van de boodschappen te genieten,

De constructie van de 'waterval' en het waarschuwingsbord voor het risico als je er gaat zwommen.

De wandeling langs het prachtige stuwmeer levert een bizarre ervaring op. We horen aan de overkant maar 400 mtr of zo verder, een auto hevig remmend ergens op knallen. Christine denkt dat 'ie terecht komt in een grindlaag, ik ben minder optimistisch.De volgende dag rijden we over die bergweg, niks te zien, dus het is, waarschijnlijk, meegevallen.

Op 8 april komen we onderweg naar Metz deze 'classic from Britain' tegen. In Luxemburg tanken we voor exact €1 de liter.

Tegen twee uur zijn we in Metz. Tijd genoeg om de stad te verkennen. We staan op de enig vrije camperplek van de 5 die er zijn. Een waarvoor een gehandicaptenkaart nodig is. Er komt direct een Franse dame, die geen plek heeft, kijken of wij wel zo'n kaart hebben. Ze lijkt te balen dat ze ons niet terecht kan wijzen.

Entree naar de stad.

Metz ligt aan de Moezel die de stad met haar armen aan een een paar, mooi bebouwde, eilanden heeft geholpen. 

Het jongetje naast Christine zit z'n navel te bestuderen, Christine spreekt 'm aan en legt ook uit dat haar Frans niet zo best is. Hij lijkt er weinig van te snappen .

Het is gezellig druk op zaterdagmiddag

Zondagmorgen ga ik, voor het druk wordt een broodje kopen, de straten zijn dan nog aardig leeg

De Place de la Comedie is nog leeg.

In Metz is een 2e centre Pompidou, museum voor moderne kunst gevestigd. We wandelen daar, dwars door het centrum rustig naar toe.

Een zonnige zondagmiddagscene op zomaar een pleintje

.....en ja, de ene auto is nou eenmaal de andere niet, verschil moet er zijn......

Dit viaduct onder de spoorbanen is bijzonder, de stenen in het plafond zijn niet keurig 'haaks' gemetseld, maar zijn er enigszins schuin in gelegd.

Aan de andere kant het Pompidou Metz, modern en glanzend in de lentezon.

Een reusachtige vlechtwerk van -houten-  balken draagt het dak

Aan het dak hangt in de hal een al even reusachtig kunstwerk. Zakken gevuld met piepschuimkorrels in de grote en met zand in de kleinere zakken. 

Het is altijd leuk het publiek te fotograferen, deze vrouw voelt aan het kunstwerk, een grote bloem, de zakken geuren verschillend en onder de bloembladen kun je liggen.

Ik vraag me af wat dit meisje zich afvraagt

Terug nog een keer het viaduct

10 april rijden we naar Saarlouis in Duitsland. Een vestingstad in Hollandse stijl, je hebt er zelfs een Hornwerkstrasse, gebouwd in opdracht van Lodewijk de 14e in de late 17e eeuw.

Saarlouis heeft niet heel veel te bieden, weggebombardeerd in '44 en nu rijkelijk voorzien van horeca

De kerk is na de oorlog niet gerestaureerd zoals zo vaak in Duitsland, maar heeft een moderne betonnen constructie met de vormen van de oude kerk gekregen,          Vrij ongewoon.

Na Saarlouis willen we nog een 'dagje' natuur met wandeling. We rijden naar het dorpje Schmidt aan de Rursee. Een gratis plek met mooi uitzicht maar geen faciliteiten.Hier het panorama van de Rursee.

Dan breekt het ontbreken van faciliteiten ons op, de wccassette is zo goed als vol. Legen in de natuur is geen optie, dus we zoeken de dichtstbijzijnde plek op. Dat blijkt Heimbach te zijn, dat kennen we van eerdere bezoeken. Helaas niet gratis, maar sois, dat is dan de enige keer op deze reis.

Woensdagochtend wandelen we even door het suffe Heimbach, daar kom ik deze twee stukjes huisvlijt tegen, het zijn een soort deurknoppen en de gesneden koppen zijn niet groter dan een cm of 10 in doorsnee.

Ook deze wandelaar kruist ons pad, niet zo groot als de houten koppen, maar toch gauw een cm of 5. 

Na Heimbach rijden we nog rustig binnendoor naar Jülich, een vestingstad waar we er even uit gaan, wat wandelen, iets voor de lunch kopen en dan via de snelweg naar huis. Onderweg geven we in Cuijk de tang af die Dennis op de 1e dag in de camper had laten liggen bij het kitten van de waterpomp.Om 5 uur zijn we thuis.

Uiteindelijk hebben we 1599 km gereden.