Via Camptoo http://www.camptoo.nl verhuren wij de camper. Om zeker te zijn dat alles het goed doet na 2 x verhuren, en om zelf ook te genieten maken we nog een 'testtrip'. 

De testtrip begon op zaterdag 17 juni met een rit naar Lelystad, daar stonden we onderaan de dijk bij 't IJsselmeer.

De zonsondergang is een uitdaging, altijd lastig daar net iets meer dan het gebruikelijke van te maken.

Genieten van het uitzicht en tegelijk even naar huis bellen.

Zondag gaan we kilometers vreten, een stop is in Lemmer, daar staat aan het water een jongen van een jaar of 12, te vissen, te swingen en eenden met de hand te voeren. Van de jongen is op de foto alleen een hand te zien, het swingen was opmerkelijk omdat hij één onderbeen miste en daar een prothese had. Zijn onbevangen dansen was een lust voor het oog. 

Lemmer is een leuk stadje met een aantrekkelijke binnenhaven.

In Lemmer dronken we koffie, maakten een wandelingetje en kochten we spullen voor de lunch. Rondrijdend in het mooie Friese landschap tot we een lekker plekje om te lunchen vonden, daarna verder slingerend en tevergeefs op zoek naar een leuk stadje met een terras tot we daar (het zoeken) genoeg van hebben en naar huis rijden. Maandag gaat de trip verder, dan richting zuidwest België.

De 19e gaan we op weg naar België, in de buurt van Tilburg staan we ongeveer 25 minuten stil vanwege een bermbrand. We besluiten naar een gratis plek bij Kalmthout te gaan. Een aardige plek met behoorlijk wat ruimte. De koelkast wil niet goed op gas werken. Eerst denken we dat de fles wellicht haast leeg is maar dat is niet zo. Met wat moeite kan ik het zijpaneel eraf krijgen en met het multitool kan ik bij de bougie en brander. De Bougie maak ik schoon en dan ontsteekt  e.e.a. zoals het hoort. Maar de ontsteker blijft vonken, niet zoals het hoort dus. Omdat er stroom is kunnen we er gewoon blijven staan. Bijvangst is de ontdekking dat de reservegasfles niet aangesloten kan worden, kwestie van niet passende fitting.(achteraf blijkt dat ik niet goed gekeken heb.)

De 20 ste gaan we zonder heel precies te weten waar we zullen eindigen rijden. We moeten wel ergens ontstopper voor de gootsteen kopen, de gootsteen loopt niet lekker door. Als we St. Niklaas op de borden zien staan willen we daar wel wandelen en een kopje koffie drinken. We parkeren de camper op een krappe gehandicaptenplek maar soi. We lopen richting het centrum maar dat ligt verder weg dan we dachten en zolang lopen is met 36 graden bepaald onprettig. Na een minuut op 20 zweten besluiten we terug te gaan naar de camper, het moet wel leuk blijven. Op de voorruit van de camper zit een post-it. We staan voor de doorgang (Vlaams voor uitrit) van de garage van de bewoner. Dat klopt we staan een cm of 20 voor de uitrit van de typisch Belgische inpandige garage. De garagedeur is zo smal dat er hooguit een klein auto'tje uit kan dat er best langs zou kunnen. De madam komt direct naar buiten om nog eens te benadrukken dat we daar niet mogen staan. Ik geef aan dat we binnen 3 minuten weg zijn, dat gelooft ze maar half. Verder naar Geraardsbergen dan maar, daar zijn we al eens eerder geweest, ik wil de muur daar wel eens bekijken, maar de camperplek heeft i.t.t. wat de NKC app meldt geen stroom. Dan naar Machelen, dat hadden we voor vertrek kijkend op de mogelijkheden ook al genoemd omdat er een camperplek is. Machelen binnenrijdend realiseer ik me dat het, door een gedicht van hem op een muur, de laatste woonplaats van Gerard Reve was. Ergens deed de naam wel een lampje gaan branden, maar aangezien ik geen groot Reve fan ben had ik het niet aan hem gekoppeld. De plek is heel behoorlijk, de betaalautomaat blijkt defect, maar de stroom doet 't. Als we 's avonds na het eten in de zon zitten te genieten komt de ijscoman langs. Dat laten we niet aan ons voorbij gaan. Daarna gaan we Machelen in, een aardig maar niet bijzonder stadje.

 

Dit is het kerkhof van Machelen, Reve ligt hier echter niet, het andere kerkhof waar hij wel ligt hebben we niet kunnen vinden.

Het zicht op Machelen.

De 21ste, de langste, en ook weer heel hete dag, begint met een bijzonder vertrek. De weg vanaf de camperplek is ook de weg naar de basisschool. Naar die school is een klas kinderen op weg en aangezien de weg niet erg breed is zet de juf ze aan de kant en rijden wij er heel rustig langs. De kinderen beginnen spontaan te roepen en te zwaaien en zwaaien ons daarmee heel vrolijk uit. We rijden naar Kortrijk, een mooie oude stad met een geweldige camperplek op 5 minuten lopen van het centrum. We moeten wel even bellen via de geldautomaat, want de slagboom gaat niet omhoog, om binnen te komen. We moeten dichter bij de boom gaan staan met de camper en dan staan we er. Om bij de camperplek te komen worden we over een heel nauwe weg geleid, daar wordt hard aan de stad gewerkt.

Deze weg werd later afgesloten voor alle verkeer, we moesten er stapvoets overheen.

Gewoontegetrouw drinken we eerst ergens koffie, en nemen daar wat lekkers bij. Als we dat op hebben gaan we de stad bekijken. We staan stil bij een zebrapad, en kijken wat naar de bewegwijzering als we worden aangesproken door een man. Hij blijkt schepen van Kortrijk te zijn en vertelt ons dat het toerisme bureau wat 'weggestoken' is. Hij moet toch die kant op en wil ons wel even meenemen. Hij vertelt over het gerestaureerde Begijnhof, dat het heel mooi en bijna klaar is. Hij neemt ons mee naar dat Begijnhof en pakt bij het infocentrum wat folders voor ons. Ondertussen heeft 'ie in dat kwartiertje heel veel verteld. Overduidelijk een man die verstrengeld is met zijn stad. Philippe de Coene, ik weet niet van welke partij hij is, maar dat maakt bij dergelijke bevlogen mensen geen reet uit. Als we dan bij het toerismebureau zijn heeft de vriendelijke mevrouw daar ons eigenlijk niets meer te bieden, de schepen kan haar job zo overnemen.

Ook in Kortrijk worden de kaaien verbouwd tot een aantrekkelijk verblijfs- en wandelgebied. We worden er 's morgen vroeg wakker van. Kortrijk ligt aan de Leije en in de rivier ligt een eiland met de naam Buda, inderdaad afgeleid van Budapest. Een foto hieronder is een deel van oude industrie de andere laat een zonnige gemoderniseerde kaai van Buda zien waar mensen zich in de avondzon vermaken

Uiteraard heeft zo'n stad een mooi oud stadhuis, een ober van een van de terrassen blaast even uit van het bedienen van de terrasgangers.

De volgende dag wilden we naar Ieper, maar de camping daar is vol. Voor we naar een andere plek gaan rijden we naar Ronq in Frankrijk. Daar is een grote Auchan waar we boodschappen doen. We kopen er oa water en eendenpootjes. Bij het passeren van de Franse grens op de heenweg worden we door een sluis op de snelweg geleid waar gendarnerie ons welwillend bekijkt, een zet er zelfs even een pilon opzij zodat we er met de camper makkelijk langs kunnen. Hollandse bejaarden vormen geen bedreiging. We overnachten op een rustige camperplaats in Wervik. Als we daar vertrekken waarschuwen Franse camperaars dat er nog een zijraam openstaat, wij helpen hun met €10 aan munten, die heb je nodig om op de camperplek te komen.

 

 

 

 

 

 

 

 

De 23ste gaat de reis naar Ieper, we hebben gereserveerd op de camping, alles was een dag eerder vol, dus we gaan er vrijdag heen. Met de Mercedes zijn we er in 2009 ook geweest, de Lakenhal, het architectonische hoogtepunt van Ieper, was toen omgeven door de kermis. We hopen hem nu in volle glorie te kunnen bewonderen. Ieper kent ook de mooie traditie dat al sinds 1928 elke avond de last post wordt geblazen onder de Menenpoort. Op die poort staan ruim 50.000 namen van militairen uit het Britse rijk van destijds die gesneuveld zijn, maar waarvan nooit resten zijn teruggevonden. Die 50.000 zijn ze overigens niet allemaal, maar de ruimte was op. Er is nog een monument waar de andere namen op staan. Op de camping aangekomen blijkt die vol te staan met Engelsen die voor een autorally komen, en je voelt het al aankomen, de Lakenhal is deze keer aan alle kanten omringd door rallyteams.

Voor de verandering lunchen we een keer uitgebreid, Vlaams stoofvlees met friet en een biertje/wijntje. Smaakt uitstekend. Als we uitgekeken zijn op de automaniakken lopen we door Ieper. Christine koopt er een soort van jasje in een kringloopwinkel. 

We wandelen op ons gemak terug naar de camper, 's Avonds gaan we naar de herdenkingsceremonie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van de vorige keer weten we de weg nog over de oude vestingwerken, een rustig parkachtig deel aan de rand van het centrum en uitkomend op de Menenpoort.

 

 

 

 

 

 

Tot ongeveer half 8 rijdt er gewoon nog verkeer door de poort.

 

Geregeld zijn er groepen, van vooral Engelse scholieren, die als onderdeel van het schoolprogramma Ieper en andere WO l sites bezoeken. Bij de Menenpoort leggen ze dan kransen van papieren klaprozen, Poppies, het symbool van de oorlog in Vlaanderen. Voor ons staat een groepen leerlingen van een jaar of 16 /17. Ze dragen een shirt met als tekst, 'my adopted soldier'. Aan een van hen vraag is of dat een symbolische soldaat is of dat het een echt individu betreft. Het laatste dus. Ik vind dat mooi, 100 jaar na dato maken jongeren nog werk van de honderdduizenden die in die krankzinnige slachtpartij zijn gedood.Het is overigens wel akelig Brits, schooluniformen, 'old boys and girls in the making'. De term old heeft niks met leeftijd te maken maar betekent voormalig in deze context, voormalige schoolmaatjes die elkaar altijd weer tegenkomen.

.

De jongen met het shirt die me vertelde hoe het zit is overigens Iers, in 1917 natuurlijk nog  onderdeel van het Britse Rijk..

Dit zijn de mannen die bij ons bezoek de bugels hanteerden. Het is dan doodstil en applaus is nadrukkelijk ongewenst. Als iedereen weer weg is blijven de kransen achter, Ik vind het toch altijd aangrijpend.

Van bovenop het vestingwerk heb je mooi zicht op een van de kerken in het avondlicht.

Zaterdag is het reisdoel een gratis plek aan het centrumkanaal. Onderweg stoppen we in Doornik, dat is wel aardig maar niet echt super. We nemen in een restaurant koffie, een soort grand desert met divers lekkers erbij. De plek aan het kanaal is prima, als we aankomen is er nog veel ruimte, we gaan dan ook in de lengterichting staan, later als er meer campers komen zetten we hem dwars.

We staan aan het kanaal op de plek waar de 'oude' scheepslift is, een paar honderd meter verderop is de 'nieuwe'. Dat is een monsterlijk groot ding dat schepen van 3000 ton 73 meter omhoog brengt. Dat nieuwe is relatief, hij is destijds gebouwd om het vervoer van kolen te stroomlijnen, tegen de tijd dat 'ie klaar was waren de mijnen gesloten en de prijs van de lift verdubbeld of zo.

Hieronder zie je, zei het met wat moeite het hoogteverschil tussen de twee delen van het kanaal.

De nieuwe en tamelijk overbodige scheepslift, wel heel imposant.

Zondag naar huis, we willen onderweg een kijkje in Leuven nemen, maar België lijkt op zondag op een gereformeerd dorp in de bible belt. Er is maar heel weinig open en er gebeurt niks. Uiteindelijk drinken we nogal slechte koffie in Aarschot. De reis terug is wel mooi en aangenaam, (behalve de nog vaak uiterst slechte wegen dan) er zijn in dat stuk van België weinig snelwegen. Een broodje kunnen we pas kopen in NL. Langs de snelweg